Mývatn

In het noordoosten van IJsland ligt het op drie na grootste meer van het land; Mývatn. Het ondiepe meer (maximaal 4,5 meter) bevat zeer helder water, heeft een oppervlakte van ongeveer 36,5 vierkante kilometer en het niveau van de waterspiegel ligt op 277 meter boven de zeespiegel. Vrijwel al het water in het meer is afkomstig uit onderaardse bronnen. Het meer en het gebied eromheen werden in 1974 uitgeroepen tot nationaal natuurreservaat.

Het meer is zo'n 2300 jaar geleden ontstaan door vulkanische activiteit. Bij een uitbarsting van de Ketildyngja-vulkaan overspoelde de omgeving van Mývatn richting het noorden naar de oceaan. Rondom de vlakte zijn verschillende kraters te vinden die het meer als het ware insluiten. Overal in het gebied zijn de gevolgen van vulkanische activiteit waarneembaar. Opvallend zijn pilaren van lava, die zowel op het land als in het water staan. Kraters en lavavelden vullen het gehele gebied. De dunne aardkorst is hier vrijwel voortdurend in beweging, waardoor vulkanische activiteit nog steeds vrijwel dagelijks plaatsvindt. Al zijn de bevingen nauwelijks waarneembaar. Geothermische activiteit is aan de oppervlakte zichtbaar bij warmwaterbronnen, geisers en kokende modderpoelen.

Volgens een mythe zou het meer ontstaan zijn nadat God de aarde had gecreëerd. De duivel zou over deze victorie zo boos zijn geweest, dat hij ter vergelding richting de zon piste in een poging deze te doven. Hij wist de koperen ploert gelukkig niet te raken. In plaats daarvan ontstond het meer Mývatn.

Mývatn betekent 'muggenmeer'. Die naam dankt het aan de vele muggen die hier zomers kunnen rondhangen. Met name in het moerasachtige gebied rondom het meer tref je veel van die beesten aan. Vogels zijn er dol op, waardoor het meer een uitstekend foerageergebied voor hen vormt. Het gebied vormt tijdens het broedseizoen de habitat van de meeste verschillende eendensoorten ter wereld. Samen met de andere aanwezige vogelsoorten maken zij Mývatn tot een uitstekende bestemming voor ornithologen. Er zijn overigens twee soorten muggen actief rondom het meer. De eerste soort bijt niet en wordt rykmý genoemd. De andere soort (zwarte muggen) bijt wel en wordt bitmý (bijtmug) genoemd. Meestal is deze laatste soort vanaf half juni aanwezig.

Rondom het meer is een aantal bergtoppen zichtbaar. Ten noordoosten staat de vulkaan Krafla; met een hoogte van 818 meter de hoogste top in de omgeving. Daarvoor staat nog de Hliðarfjall (771 meter). Ten oosten van het meer staan de Námafjall en Hraunbunga (490 meter). Direct ten westen van het meer staat de top Vindbelgjarfall (529 meter).

Reykjahlíð

Het plaatsje Reykjahlíð vormt de beste uitvalbasis om het gebied te ontdekken. Veel toeristen overnachten hier om vervolgens het gebied in te trekken. Het plaatsje is ontstaan rond de boerderij van de familie die het gebied bezat. Deze familie bestiert hier, sinds de kolonisatie door de Vikingen, een boerderij. Dit was ooit één van de meest welvarende boerderijen van heel IJsland. In de veertiende eeuw werd door de familie zwavel gedolven, waarvan in een groot deel van Europa buskruit werd gemaakt. Tegenwoordig is de boerderij enorm ingesteld op de toeristen die er komen. Eerder al bouwde de familie een hotel. En rond dat hotel ontstond het dorpje, waar tegenwoordig hotels, kampeerterreinen, winkels, restaurants, een zwembad, een golfbaan, een kerkje en een tankstation te vinden zijn. Er is ook klein vliegveld, waarvandaan rondvluchten over het gebied worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld door de maatschappij MýFlug.

In Reykjahlíð is het bezoekerscentrum van het gebied gevestigd. Hier is uitgebreide informatie te verkrijgen over het gebied en de activiteiten die er te ondernemen zijn. Er wordt ook informatie verstrekt over de verschillende wandeltochten en er worden excursies (bijvoorbeeld per bus) georganiseerd.

Rondom het meer

Reykjahlíð ligt in de noordoostelijke punt van het meer. Het ligt aan de (snel)weg 1 (Þjóðvegur) die rondom heel IJsland loopt. Het is aan te bevelen naar Reykjahlíð te rijden alvorens het gebied te ontdekken. Uit westelijke richting komt de 1 uit Akureyri (99 kilometer) en vanuit het oosten vanuit Egilsstaðir (165 kilometer). Vanuit Husavík (54 kilometer) loopt de 87 (Kísilvegur), met het eerste stukje langs de 85 naar Reykjahlíð. De 87 loopt door een compleet onbewoonbaar maanlandschap. In 2013 zijn de nummers van de wegen rondom Mývatn gewijzigd. Wat eens de 848 was is nu de 1 en andersom. In oudere reisgidsen worden gegevens uit de oude situatie gebruikt.

Het gehele meer wordt omsloten door wegen. Vanaf deze wegen zijn er enkele afslagen naar bezienswaardigheden, die vrijwel allemaal gemakkelijk te bereiken zijn. Een rondje (tegen de klok in) rondom het meer, vanuit Reykjahlíð begint op de 1 / 87 (Kísilvegur) in noordwestelijke richting (de kant van Husavík op). Het lavaveld waardoor de weg loopt, wordt Eldhraun (vuurlava) genoemd. In dit gebied, en in de caldera van de vulkaan Askja, trainden negen van de twaalf NASA-astronauten die voet op de maan gezet hebben voor hun veldwerk tijdens de verschillende Apollo-missie's. Onder hen bevonden zich Neil Armstrong (hij was er op 9 juli 1967) en Buzz Aldrin die later deelnamen aan de missie Appollo 11 naar de maan. Helaas konden de IJslanders de hun maanlanding op 20 juli 1969 zelf niet live op televisie volgen, omdat de nationale omroep in die tijd de hele maand juli vakantie hield.

Bij de eerste grote kruising vervolgt de route zich linksaf via de 1 (de oude Mývtnsvegur). De weg loopt hier door het belangrijkste broedgebied van het reservaat. Op een gegeven moment is er een afslag linksaf naar Syðn-Neslönd op het schiereiland Neslandatangi. Deze plek biedt een uitstekend uitzicht over het meer. In de verte zijn de eilandjes Geitey, Hrutey en Mikley te zien. Op het schiereiland bevindt zich het Sigurgeirs vogelmuseum. In het moderne pand staan mooi opgezette varianten van alle vogelsoorten in het park. Weer terug op de 1 vervolgt de route zich richting de berg Vindbergjarfall aan de rechterzijde van de weg. De wandeling naar de top van de Vindbergjarfall neemt een paar uur in beslag. De top biedt een uitstekend uitzicht op het Mývatn en op het kleinere meer Sandvatn in het westen.

De route vervolgt zich in zuidelijk richting naar de en gaat langs de oorsprong van de rivier Laxá. In deze rivier zwemmen de grootste zalmen van IJsland. Een vergunning om hier te mogen vissen kost echter veel geld en de vangst is aan bepaalde maxima gebonden. Na de brug over de rivier, vervolgt de route zich linksaf de weg 848 op. De weg leidt naar het dorpje Skútustaðir. Van hieruit is een wandeling te maken naar de pseudokraters Skútustaðagígar die ten noorden van de weg langs het meer liggen. In het gehucht zijn een kerk, benzinestation en winkeltje aanwezig. Iets verder richting het oosten is een afslag naar Grænavatn, waar een mooie turfboerderij staat. Tevens is hier een kleine camping gelegen.

Even verderop, linksaf, is de afslag richting Kalfaströnd. Hier moet entree worden betaald voor de toegang tot het gebied Höfði. Dit is een bijzonder mooie en rustig kaap waar mensen regelmatig picknicken. De volgende afslag van de 848, rechtsaf, gaat naar Dimmuborgir (de donkere burcht). Hier is een uitkijkplatform te vinden dat een uitzicht biedt over een lavaveld met pilaren van lava. Door het lavaveld zijn verschillende wandelingen te maken. Terug op de 848 gaat de weg verder richting de imposante krater Hverfjall. Via een pad is de wand van de 1000 meter brede krater, die ongeveer 2600 jaar geleden is ontstaan, te voet te beklimmen. Een langere wandeling kan van hieruit ondernomen worden naar de verderop gelegen krater Lúdent en de 8,5 kilometer lange kraterrij Lúdentsborgir / Threngslaborgir.

Vlak voor Reykjahlíð is er nog een weggetje (de 860 / Grjótagjárvegur) rechtsaf naar Grjótagjá. Hier is een ondergrondse warmwaterbron te bekijken. Het water is er te warm om te zwemmen. Soortgelijk zijn de dichtbij gelegen bronnen van Stóragjaá. Hier kan eventueel wel gezwommen worden, maar uit oogpunt van hygiëne valt dit niet aan te raden.

Wanneer na Reykjahlíð de snel(weg) 1 in oostelijke richting gevolgd wordt is er aan de rechter zijde een afslag naar de geothermische baden Jarðböðin. Dit is in zekere zin soortgelijk aan de populaire Blue Lagoon, maar dan zonder massatoerisme en overdreven wellness-geneuzel. Het water is hier groen en heeft een temperatuur van ongeveer 39℃ en er is een sauna aanwezig. De volgende afslag rechtsaf op de 1 gaat naar de top Námafjall. Via een pad is de heuvel te beklimmen, maar de beklimming vergt wel een enige zwavelgeurbestendigheid van bezoekers. Verder in oostelijke richting liggen de modderpoelen van Hverarönd. Tussen de kokende modder, klei en stomende scheuren in de aarde liggen enkele paden waarover wandelingen kunnen worden gemaakt.

Iets verder aan de linkerzijde van de 1 ligt de afslag naar de weg 863, richting de top van de Krafla en de toppen Víti (hel) en Leirhnjúkur.

Bereikbaarheid

Het Mývatn is met de auto gemakkelijk bereikbaar. Zoals in de tekst hierboven al gemeld, ligt Reykjahlíð aan de (snel)weg 1 (Þjóðvegur) wat de ringweg van heel IJsland is. Uit westelijke richting is Akureyri (99 kilometer) de dichtstbijzijnde grote plaats. Halverwege de route wordt dan de waterval Goðafoss gepasseerd. In oostelijke richting is Egilsstaðir (165 kilometer) de dichtstbijzijnde plaats. Vanuit Husavík (54 kilometer) loopt de 87 (Kísilvegur, met het eerste stukje langs de 85) naar Reykjahlíð.

Wanneer je zelfstandig met de bus reist, kun je het beste gebruik maken van één van de routes van SBA-Norðurleið. Reykjahlíð ligt bijvoorbeeld aan de buslijn AkureyriEgilsstaðir en vice versa. De rit vanuit Akureyri neemt anderhalf uur in beslag. De rit vanuit Egilsstaðir duurt twee uur. SBA-Norðurleið verbindt Reykjahlíð ook met Husavík. De rit duurt dan 40 minuten. Vanuit de verschillende plaatsen worden overigens ook excursies per touringcar naar het gebied aangeboden.

Relevante links

terug naar boven