Skaftafell

Skaftafell is een gebied in het zuiden van IJsland, dat onderdeel is van het in juni 2008 gevormde nationale park Vatnajökull (Vatnajökullsþjóðgarður), waartoe tevens de Vatnajökull-gletsjer en het gebied Jökulsárgljúfur ten noorden van de gletsjer behoren. Daarvoor was Skaftafell vanaf 1967 een losstaand nationaal park.

Met Skaftafell wordt een gebied aangeduid tussen twee gletsjertongen van de gletsjer Vatnajökull; de Skeidarárjökull en de Skaftafellsjökull. Door het park loopt nog de kleinere gletsjertong Morsárjökull. In Skaftafell is door de bescherming die een bergketen (waarvan de hoogste top op 1126 meter ligt) biedt tegen het geweld van de gletsjertongen, een leefbare vlakte (de Skaftafellsheidi) ontstaan, waar de natuur zich prachtig heeft ontwikkeld. Het park ligt ten westen en in de luwte van het, met 2109,6 meter, hoogste punt van IJsland: Hvannadalshnúkur (een top van de vulkaan Öræfajökull). Het park is vernoemd naar de Skaftafell-boerderij die er tot 1988 in gebruik was.

Geschiedenis

In het verleden lag het de vlakte volledig geïsoleerd en vormde het een oase van groen in de woeste omgeving. Het stuk grond had voornamelijk een agrarische bestemming. Nabij Sel geeft een in 1946 verlaten maar gerestaureerde boerderij uit 1920 een indruk van hoe het leven zich er voltrok. Met de komst van het vliegtuig en de betere ontsluiting van de zuidkust van IJsland via de weg, is aan dit isolement een eind gekomen.

Informatiecentrum en museum

Bij de ingang van het gebied is een informatiecentrum ingericht. Daarbij liggen een parkeerterrein, een uitgestrekte camping, een supermarkt en een snackbar. Het informatiecentrum bevat tevens een interessant museum. Hier wordt bijvoorbeeld informatie verstrekt over de uitbarsting van de vulkaan Grímsvötn onder Vatnajökull-ijskap. Deze uitbarstingen zorgen voor enorme overstromingen van smeltwater, die jökulhlaup genoemd worden. Vooral in 1996 richtten die overstromingen gigantisch veel schade aan. Vooral aan de wegen en bruggen die verder richting de kust liggen. Sinds 1994 hebben soortgelijke situaties zich voorgedaan in 2004 en 2011. Ook over de grote uitbarstingen van de vulkaan Öræfajökull 1362 en 1727, die het gebied grotendeels hebben verwoest, wordt in het museum uitgebreid verteld. Tevens is er informatie te vinden over de flora, fauna en geologie van het gebied.

Wandelingen

Het park is eigenlijk alleen te voet te verkennen. Daarvoor zijn verschillende wandelpaden uitgezet. Alle wandelingen beginnen bij het informatiecentrum. De wandelingen lopen langs de meest pittoreske gedeelten van het park. Weidse uitzichten, bijzondere berg- en rotsformaties, gletsjers, watervallen in kabbelende riviertjes, een heus berkenbos en andere vormen van buitengewoon indrukwekkende natuur, zijn allemaal eenvoudig te bezichtigen.

De Svartifoss-waterval

De eenvoudigste en meest populaire wandeling gaat naar de Svartifoss (zwarte waterval). Dat is een waterval die op ongeveer twee kilometer lopen van het informatiecentrum ligt. De route naar de waterval loopt eerst een stukje westwaarts en vervolgens de heuvel op richting het noorden. Van de waterval stort het water van 25 meter hoogte naar beneden. De waterval ligt in een ovalen gat in de heuvelwand, dat wel iets weg heeft van een natuurlijk amfitheater. De waterval wordt omgeven door duizenden hangende zwarte basaltzuilen. Deze zuilen hebben allemaal een hexagonale (zeshoekige) vorm, die ontstaan is doordat op deze plek een dik dek vloeibaar gesteente/magma langzaam is afgekoeld en gekrompen. Door die krimp heeft het magma haar kristalvormige vorm gekregen. De Svartifoss heeft qua uiterlijk wel wat weg van een enorm kerkorgel.

Populair zijn ook de wandelingen naar de gletsjertong Skaftafellsjökull. Het is mogelijk de monding van deze gletsjer van bovenaf te bekijken, maar het is tevens mogelijk af te dalen naar de plaats waar de gletsjertong eindigt. Wie hier goed luistert, kan horen hoe de gletsjer voortdurend in beweging is, maar wees op je hoede, de ondergrond kan hier gevaarlijk zijn.

Monding van de gletsjertong Skaftafellsjökull

Voor de geoefende wandelaar is een wandeling door het Morsárdalur aan te bevelen. Door deze spoelvlakte, die door overstromingen vanuit de gletsjertong Morsárjökull is gevormd, loopt het smeltwater van de gletsjer richting zee. In het begin wordt met piketpaaltjes een wandelroute aangegeven, waarbij tijdens de oversteek naar de overzijde verschillende stroompjes dienen te worden bedwongen. Verder richting zee ligt een pad waarlangs de vlakte nogmaals kan worden overgestoken. Deze plek biedt zicht op de veel grotere spoelvlakte Skeiðarársandur, wat in feite een duizend vierkante kilometer grote woestijn is, die de ruimte tot aan de kustlijn vult. Ergens onder deze vlakte moeten de resten van het Nederlandse VOC-schip 'Het Wapen van Amsterdam' liggen. De 300 opvarenden daarvan leden hier op 19 september 1667 schipbreuk, nadat ze op de terugweg vanuit Oost-Indië naar Nederland nabij de Shetlandeilanden in een storm terecht kwamen. Ongeveer 140 bemanningsleden overleefden de ramp niet. In IJsland staat het schip bekend als goudschip (gullskipið), omdat er gedacht wordt dat er nog veel waardevolle lading in het wrak aanwezig moet zijn.

Andere wandelpaden leiden naar het grootste berkenbos (Bæjarstaðaskógur) van IJsland, naar de toppen (1126 en 929 meter) van de Kristínartindar, naar de hondenwaterval (Hundafoss) waar vroeger honden gewassen werden en naar de vallei Kjós. Deze vallei staat bekend om haar mooi gekleurde rotsen.

Bereikbaarheid

Skaftafell is eenvoudig te bereiken over de ringweg 1 (Suðurlandsvegur / Þjóðvegur). Wanneer deze weg vanuit Reykjavík gevolgd wordt, is er na ruim 310 kilometer (140 kilometer na het plaatsje Vík) een afslag linksaf de 998 (Skaftafellsvegur) op. Na anderhalve kilometer wordt over deze weg het parkeerterrein van het park bereikt. De eerstvolgende plaats die min of meer aan de ringweg ligt, is Höfn. Deze plaats ligt ongeveer 130 kilometer verderop.

Tussen Reykjavík en Höfn wordt in de zomermaanden door busmaatschappij Sterna een dienstregeling per bus onderhouden. Deze bus stopt tevens bij Skaftafell. De rit vanaf de BSÍ-busterminal te Reykjavík duurt ongeveer zes uur en een kwartier. Naar Höfn duurt de rit nog twee en een half uur. Onderweg stopt de bus nog enige tijd nabij het gletsjermeer Jökulsárlón. Vanuit Reykjavík en Höfn kunnen busreizigers ook gebruik maken van buslijn 51 van Strætó, welke Skaftafell verbindt met het busstation Mjódd in de hoofdstad.

terug naar boven



 


Foto's

Monding van de gletsjertong Skaftafellsjökull