De walvisvangst

Reykjavík,

Een gewone vinvis vanuit de lucht

Een niet zo fraaie bezigheid die door een IJslands bedrijf wordt ondernomen, is de vangst van walvissen. Dit jaar is het walvisseizoen, na een stop die twee jaar duurde, op 16 juni geopend en inmiddels is de helft van het seizoen voorbij. Tot op heden zijn er 75 gewone vinvissen gevangen, maar het quotum dat is vastgesteld door het IJslandse 'Ministerie van Industrie en Innovatie' (Atvinnuvega- og nýsköpunarráðuneytið), staat toe dat maar liefst 184 van deze dieren worden gedood. De gewone vinvis is, na de blauwe vinvis, het op één na grootste dier ter wereld en kan tot 25 meter lang en 80 ton zwaar worden. Volgens de Rode Lijst van de IUCN is de gewone vinvis een bedreigde diersoort. Veel van het vlees is bestemd voor de Japanse markt en wordt aldaar voornamelijk gebruikt als luxe hondenvoer. Een probleem voor het bedrijf dat de dieren vangt is dat het transporteren van het vlees gelukkig problematisch verloopt.

De vangst

Het bedrijf dat de gewone vinvissen (Balaenoptera Physalus) vangt heet Hvalur H/F. Eigenaar is multi-miljonair Kristján Loftsson, die de zoon is van de man die het bedrijf in 1948 oprichtte. Op allerlei manieren wordt niet ver voor de kust van IJsland gezocht naar de gigantische vinvissen. Wanneer er eenmaal eentje gespot is, komen de schepen Hvalur 8 en Hvalur 9 in actie. De walvis wordt door hen beschoten met een harpoen waarop een granaat is bevestigd, waardoor het dier hoort te overlijden. Vervolgens wordt het dier langs het schip gelegd en naar het walvisstation gesleept. Dit station ligt diep in het fjord Hvalfjörður (walvisfjord) nabij Akranes. De fabriek aldaar heet Hvalstöðin í Hvalfirði (locatie in Google Maps) en was al eens doelwit van een aanslag van de Sea Shepherd Conservation Society. In dit walvisstation werken ongeveer 130 mensen die de dieren slachten en het vlees vervolgens invriezen. Daarna wordt het in koelcontainers naar de Sundahöfn (de haven van Reykjavík) gebracht, waar het de bedoeling is dat het op schepen naar Japan wordt vervoerd.

Consumptie

In IJsland bestaat geen traditie van het eten van gewone vinvissen. Wel wordt de kleinere dwergvinvis voor binnenlandse consumptie gevangen. Veel dwergvinvisvlees wordt opgegeten door toeristen en ook bij de IJslanders zelf staat het soms op het menu. Aangezien het ooit als eten voor de armen werd gezien, is het niet erg populair. Het doel van de vangst van gewone vinvissen is volledig commercieel. De Japanse markt vormt de enige bestemming van het vlees. Aldaar is de vraag naar het vlees voor menselijke consumptie echter ingestort, waardoor het vlees vooral verwerkt werd tot luxe hondenvoer. Ook de producent van dat voer wil, na protesten, het vlees niet langer afnemen. Het aanbod van walvisvlees is dus veel groter dan de Japanse markt kan verwerken. In 2012, toen het vlees nog wel tot hondenvoer werd verwerkt, werd in totaal 870 ton walvisvlees aan Japan verkocht en via Rotterdam naar Hong Kong verscheept. In 2013 wil Hvalur H/F een hoeveelheid walvissen vangen die gelijk staat aan 1850 ton aan walvisvlees.

Een reden die voor de vangst van gewone vinvissen moet pleiten, is dat de dieren veel vis zouden opeten waardoor de visserij in gevaar komt. Het dieet van gewone vinvissen bestaat echter voor 97% uit plankton. Tot de 3% aan vis die op het dieet staat, behoren niet de haring en kabeljauw waarop voor de kust van IJsland voornamelijk wordt gevist.

Transportproblemen

Een eerste transport naar Japan in 2013 omvatte 130 ton vlees van de gewone vinvis. Dit was verpakt in zes zeecontainers. Door de IJslandse rederij Samskip (met hoofdkantoor in Rotterdam) werden de containers naar Rotterdam vervoerd. Rotterdam is een essentiële haven voor de gehele IJslandse export, dus in eerdere jaren ook voor het walvisvlees. In Rotterdam ontstond protest tegen het transport. Daarom werd het naar Hamburg verscheept. Het lag in de bedoelingen het bij onze oosterburen geruisloos over te laden op het schip Cosco Pride. Maar er ontstonden problemen doordat de vrachtbrieven niet correct leken. De containers werden van boord gehaald, maar de Duitse douane gaf uiteindelijk toch toestemming voor het verdere transport naar Hong Kong. Inmiddels had de Cosco Pride de Hamburgse haven weer verlaten en Cosco-partner Evergreen Line toonde zich niet langer genegen walvisvlees te vervoeren. Ook andere reders hadden hier geen zin meer in. Daarom zat er niets anders op dan de containers door Samskip met het schip Pioneer Bay weer terug te laten halen naar IJsland. Inmiddels ligt het vlees weer opgeslagen in de vriescellen van het walvisstation en wenst ook Samskip het niet langer te vervoeren. En zoals gezegd wil het bedrijf in Japan, dat het vlees verwerkte tot hondenvoer, het vlees niet langer hebben. De vangst van walvissen door Hvalur H/F gaat desondanks gewoon door. Hoe het bedrijf het transportprobleem wenst op te lossen is totaal onduidelijk. De handel in het vlees is, op enkele landen na, wereldwijd verboden. Juridisch gezien mag het in Europese havens wel overgeslagen worden, zolang het in transitie is. In Amerikaanse havens is ook dat niet toegestaan.

Het feit dat Rotterdam en Hamburg niet langer een spil zijn in het transport van walvisvlees is vooral te danken aan protesten van bijvoorbeeld Greenpeace en een petitie van de activistische organisatie Avaaz, die door bijna 1,2 miljoen mensen werd ondertekend. De Nederlandse Staatssecretaris van Economische Zaken Sharon Dijksma heeft aangekondigd te werken aan een oplossing, waarbij het niet langer mogelijk is walvisvlees te vervoeren via havens op het Europese vasteland. De Rotterdamse haven heeft bovendien een formeel verzoek neergelegd bij de reders om geen walvisvlees via de haven te transporteren.

De mening van de IJslanders

Uitslag van een enquete over de walvisvangst

Veel IJslanders zien het jagen op walvissen als een geboorterecht en begrijpen eigenlijk niet waar vooral buitenlandse natuurbeschermers, die de vangst afgrijselijk en verwerpelijk vinden, zich mee bemoeien. Uit een op 30 juni gehouden enquête bleek dat een grote meerderheid (57%) van de IJslanders voorstander van de jacht is. Bij een en enquête in februari 2009 was nog 77,4% voor de walvisjacht en in december 1994 was zelfs nog 90% van de IJslanders voor! De basis van de brede steun voor de walvisjacht onder de IJslanders neemt dus gestaag af. Gelijktijdig neemt ook de tegenstand toen, van 10% in september 2006 tot 18% nu.

Volgens ons zijn er wel degelijk veel IJslanders die walvisvangst niet goedkeuren, maar accepteren ze het vooral niet dat andere landen ze vertellen wat wel en niet mag, terwijl de buitenlanders helemaal niet weten hoe het leven is in het harde noordelijke klimaat. IJslanders vinden vooral dat het land moet opstaan tegen buitenlandse bemoeienis.

terug naar boven